Wandeltijd in de bergen berekenen: hoe wordt dat gedaan?
Ben jij ook altijd sneller dan de wandelbordjes in de bergen aangeven? Of moet je altijd een uur extra incalculeren? De tijden op de bordjes worden niet met een stopwatch in de hand bepaald, want achter wandeltijden in de bergen zitten diverse berekeningen. Welke methode dit is, kan per land verschillen. Maar als je weet hoe je de wandeltijden moet berekenen, kun je beter inschatten hoelang je over je bergwandeling zult doen.
Hoeveel kilometer is jullie wandeling? Die vraag krijgen wij regelmatig als we gaan bergwandelen. Ons antwoord is dat in de bergen niet alleen de afstand, maar ook de hoogtemeters van belang zijn. Waar je in Nederland gemakkelijk vijf kilometer in een uur aflegt, is dat op een steile berghelling wel anders. Op wandelbordjes wordt hier ook rekening mee gehouden. Bedenk wel dat alle wandeltijden in de bergen worden aangegeven exclusief pauzes, dus tijd voor je panoramische picknick is nog niet inbegrepen.
Tegenwoordig gebruiken alle alpenverenigingen een gestandaardiseerde procedure om realistische wandeltijden te krijgen. De methode per land verschilt soms wel. Hieronder lees je welke methodes worden aangehouden.
Wandeltijd in Duitsland, Oostenrijk en Slovenië
Wist je dat er in Duitsland een speciaal instituut is dat voor alles een vaste norm afspreekt? Zelfs voor wandeltijden is er een voorschrift vastgelegd, door het Deutsches Institut für Normung. Sinds 2004 wordt onder andere in Duitsland, Oostenrijk en Slovenië deze DIN-norm 33466 Wegweiser für Wanderwege aangehouden.
De DIN-norm houdt rekening met driehonderd meter per uur stijgen, vijfhonderd meter per uur dalen en vier kilometer per uur voor horizontale afstanden. Je kunt de tijd voor horizontale en verticale afstand echter niet zomaar bij elkaar optellen. Om te kunnen berekenen hoelang je wandeling duurt, deel je de kleinste waarde van deze twee door de helft en tel je die op bij de grootste waarde.
Bijvoorbeeld:
Stel dat je een wandeling doet met een totale afstand van twaalf kilometer en zeshonderd hoogtemeters (stijgen). Dan is je berekening als volgt:
- Hoogteverschil (stijgen): 600 meter = Wandeltijd: 600 meter / 300 meter = 2 uur
- Totale afstand: 12 kilometer = Wandeltijd: 12 kilometer / 4 kilometer = 3 uur
Werkelijke wandeltijd: kleinste waarde (2 uur) delen door de helft = 1 uur. Hier tel je de grootste waarde (3 uur) bij op. Je wandeltijd is 1 + 3 = 4 uur.
Wandeltijd in Zwitserland
In Zwitserland moet je iets sneller wandelen, wil je je kunnen meten met de wandelbordjes. De Schweizer Alpen-Club (SAC) rekent in hun trainingshandleidingen Bergsport Sommer: Technik, Taktik, Sicherheit (2010) met vierhonderd meter stijgen en vier vlakke kilometers per uur.
Wandeltijd in Engeland, Schotland en de VS
In veel Engelstalige wandelgebieden worden niet op alle bordjes tijdsindicaties gegeven. Toch is er een formule voor het berekenen van de wandeltijden in omloop. De vuistregel die Mounteneering Scotland aangeeft op hun website is vier kilometer per uur en één minuut voor iedere tien meter stijgen. Dit is bekend als Naismitsh’s Rule, in 1892 ontwikkeld door de klimmende Schot William Naismith. Omdat er geen halvering van de kortere tijd plaatsvindt, komt deze berekeningen op korte hellingen overeen met de DIN-norm uit Duitsland. Op langere hellingen moet je daarentegen flink doorlopen om de voorgeschreven zeshonderd meter stijgen per uur te redden.
Ideale omstandigheden
Bovenstaande berekeningen gaan uit van de meest ideale omstandigheden. Maar als het weer verslechtert, of als je twijfelt over je route, gaat er snel tijd verloren. Houd ook rekening met moeilijke stukken zoals een sneeuwveld of met mensen met hoogtevrees, zij zullen op steile puinhellingen misschien niet zo hard lopen. Aan de hand van je wandelkaart kun je zulk soort dingen vaak van tevoren incalculeren. Houd er ten slotte rekening mee dat vaak geldt: hoe groter je groep is, hoe langzamer je loopt.
Je eigen wandeltijd berekenen
Maar nu is natuurlijk de vraag: hoe snel loop jij? De beste manier om dit te achterhalen is om veel te gaan wandelen en goed de bordjes en je klok in de gaten te houden. Zo kun je achterhalen of je precies de verwachtte tijd loopt of er langer of korter over doet. En misschien loop jij op de vlakke stukken niet zo snel, maar ben je op de steilere gedeeltes een echte berggeit. Op de website van de Duitse Alpenvereniging kun je voorafgaand aan je wandeling je eigen snelheid op stijgende, dalende en vlakke stukken invoeren en vervolgens berekenen hoelang je over je route doet. Maar onthoud: het blijft altijd een indicatie en er kan onderweg altijd iets gebeuren. Vertrek daarom altijd ruim op tijd. Dan houd je ook genoeg tijd over om rustig om je heen te kijken!